Pagina's

Welkom

Geachte ouders

Via deze weg kunnen ouders informatie verwerven over het klasgebeuren in het zesde leerjaar. De bedoeling hiervan is een aantal bijzondere aandachtspunten, typisch voor de zesde klas, te belichten.

In onze school staat het welbevinden van de leerlingen op de eerste plaats. Daarom wordt er jaarlijks grondig nagegaan of de huidige klassamenstelling dient herbekeken te worden in het belang van de ontwikkeling van elk kind afzonderlijk. Wat gebeurt er in het zesde leerjaar met het oog op het welbevinden van elke leerling?

- We bieden een positief, veilig en rijk klasklimaat.

- We zorgen voor een ontspannen, gezellige en gestructureerde werksfeer.

- We treden op als vertrouwenspersoon voor de leerlingen. De leerling wordt ernstig genomen. De leerling wordt gezien als een persoon met een eigen mening, ervaringen, verwachtingen, plannen, … .

- We zijn gevoelig voor beleving, trachten stimulerend tussen te komen en verlenen zoveel mogelijk autonomie aan de leerlingen.

- We praten over geweldloze communicatie, pesten en het verschil pesten-plagen.

- De leerlingen staan zelf in voor het maken van de klasafspraken.

- Er zijn tussentijdse leerlingengesprekjes n.a.v. gebeurtenissen op de speelplaats, in de klas, thuis,… onmiddellijk na het voorval. Ruzies worden uitgepraat (de leerkrachten beluisteren beide partijen en treden op als bemiddelaar). We geloven ook in een open, positieve benadering van sociale media waar er respect moet zijn voor iedereen.

- We organiseren partnerwerk, groepswerk en we begeleiden en evalueren.

- Er worden klasgesprekken gehouden en we filosoferen over o.a. ruzie maken/ discussiëren, puberteit, verliefdheid, homoseksualiteit, (trans)gender, relatie ouders, scheidingen, iedereen uniek, zelfstandigheid, groot worden, respect, … .

- We werken rond meervoudige intelligentie waar de leerlingen hun talenten en de talenten van anderen ontdekken en we leggen de link met leren-leren. We stellen niet langer de vraag: “Hoe knap ben jij?” maar wel “Hoe ben jij knap?”.

- …

Algemeen:

Zesdeklassers staan ‘halverwege’ tussen klein en groot. Wij beschouwen hen dan ook als jongeren en niet meer als kinderen. Dat houdt in dat wij veel belang hechten aan zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid.

Wanneer we de leerlingen een taak geven, verwachten we dat ze die zo goed mogelijk afwerken. De schoolagenda is hierbij een goed middel. Van u, ouders, verwachten wij dat de schoolagenda dagelijks nagekeken wordt en dat je je kind stimuleert als hij/zij taken uitstelt. Grote taken worden ruim op voorhand ingeschreven. De leerlingen moeten dus zelf een tijdsplanning opstellen. De agenda kan ook dienst doen om boodschappen van ons naar u, ouders, over te brengen of omgekeerd van u naar ons toe.

In een zesde leerjaar worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met het gebruik van digitale encyclopedieën, woordenboeken, tijdschriften, ... . Ook thuis moeten ze die houding verwerven en vragen wij hen regelmatig het nieuws (al dan niet digitaal) te volgen, interessante tv-uitzendingen te volgen en regelmatig een ‘goed’ jeugdboek te lezen. Een goede studiehouding moet voortvloeien uit een gezonde interesse, niet om veel punten te halen, maar om veel bij te leren.

In een zesde leerjaar wordt van de leerlingen verwacht dat ze informatie die aan bord staat foutloos kunnen overschrijven. Concreet betekent dit dat niet alle geschreven leerstof verbeterd wordt door de leerkracht; deze wordt wel klassikaal overlopen en aangeduid op het blad (KV). Uiteraard is dit niet het geval bij de taalvakken (spelling en Frans); daar kan u rekenen op een individuele verbetering door de leerkracht.

Zwemmen en bewegingsopvoeding:

Zwemmen wordt gegeven door de klastitularis en de leerkracht lichamelijke opvoeding samen gedurende de maanden maart en april.

Bewegingsopvoeding wordt gegeven door meester Eddy op maandagnamiddag en donderdagnamiddag. De leerlingen dragen elke les hun turn T-shirt met passend broekje en sportschoenen met witte zolen.

Taal:

We werken met de methode ‘Verrekijker’. Dit is een totaalmethode voor Nederlands met twee pakketten binnen één methode: taal en spelling. Tekstsoorten staan centraal. Taalbeschouwing als nadenken over taalgebruik wordt geïntegreerd in de vier vaardigheden (lezen, luisteren, spreken en schrijven). Voor taal wordt er gewerkt met 8 ‘Kijkers’. Na afloop van elke kijker volgt er een trotsweek. Dit is een week van toetsing, herhaling, maar ook van toonmomenten.

Voor spelling wordt er ingezoomd op zinnen, woorden en letters en uitgezoomd door het creëren van een context. Correct leren schrijven en spellingsmotivatie zijn belangrijk. We streven naar een geautomatiseerde spellingsvaardigheid en gebruiken daarbij spellingsstrategieën.

Gedurende 3 weken werken de leerlingen in hun werkkatern telkens aan 1 of meerdere focussen of spellingitems. Na 3 weken volgt er een toets en differentiatie.

Wiskunde:

Jouw kind leert rekenen met Reken Maar. Dit is een methode op maat van elke leerling. We gaan wiskunde aanbrengen naar de mogelijkheden en tempo van elk kind.

Niet iedereen maakt dezelfde oefeningen (in het werkschrift, op extra blaadjes, online via Bingel). Elke les is er zorg of verrijking op maat. Voor een toets is er herhaling of verrijking op maat en na de toets remediëring of verrijking.

In het zesde leerjaar leert je kind getallenkennis en bewerkingen tot 1 000 000 000, flexibel rekenen, bewerkingen met breuken, grootste gemeenschappelijke deler, kleinste gemeenschappelijk veelvoud, percent, gemiddelde, mediaan, kapitaal, interest, winst/verlies, verhoudingen, oppervlakte, omtrek, volume, bruto/tarra/netto, kijklijnen, schaduwen, afstand-snelheid, schaal, soortelijk gewicht, … .

Wereldoriëntatie:

In het vak WO werken we met de methode ‘Mikado’ waarin aardrijkskundige, natuurkundige en geschiedkundige aspecten aan bod komen. Naast de methode komen ook andere thema’s aan bod (‘Techniek, ‘Eerste Wereldoorlog’, ‘Actualiteit’…). Er wordt ook vaak in groep gewerkt om leerinhouden te ontdekken. Bij het afsluiten van de thema’s zullen de leerstofonderdelen door de leerlingen gestudeerd moeten worden. M.b.v. klassikale bespreking en het aanduiden van sleutelwoorden of opmaken van webschema’s bieden we hen dan tools aan om de leerinhoud te studeren.

Op stap naar secundair:

De stap naar het secundair wordt uitgebreid voorbereid in de klas. We doen dit door heel wat scholen te bezoeken of info hierover te raadplegen.

Om de leerlingen hierbij ook te helpen, werken we in de klas met een eigen keuzewerkboek. Daarin vinden de leerlingen heel wat informatie, maar ook een heleboel opdrachten voor hen en voor de ouders. Na klasgesprekken, individuele gesprekjes en groepswerk zullen de leerlingen het secundair onderwijs al veel beter kennen en wordt kiezen minder moeilijk.

Frans:

In de lessen Frans werken we met de methode ‘Passepartout’. De methode heeft aandacht voor mondelinge communicatie vanaf thema 1. Ze starten vanuit een eenvoudige basisdialoog, bouwen op vanuit korte mondelinge opdrachten naar gesprekken voeren, creëren spreekkansen voor iedereen en eindigen elk thema met een mondelinge opdracht. Passepartout heeft een vernieuwende aanpak: ondersteunt woordenschatverwerving met animaties en werpt een ruime en jeugdige blik op de Franse cultuur. Er is ook veel aandacht voor leren leren: het onthoudboekje Mon mémento is een handig instrument bij het leren. Er wordt van de leerlingen verwacht dat ze regelmatig hun vertalingen en vervoegingen herhalen. Elke dag eventjes herhalen leidt tot onthouden! QR-codes ondersteunen het verwerven van

de dialoog, de juiste uitspraak en grammatica. Na het aanbrengen van de woordenschat van elke nieuwe unité wordt er tijdens één van de volgende lessen een ‘onverwachte’ toets gegeven.

Leren leren (‘Studeerschrift’, ‘Schrift van Frans’, padlet van 6A)

Om de leerlingen te leren hoe ze moeten studeren, wordt een studeerschrift gebruikt. Het is de bedoeling dat de leerlingen hier elke dag hun lessen noteren en instuderen. Ook als er geen voorziene toetsen zijn, moeten de leerlingen de leerstof bijhouden. We geven tussendoor tips over hoe de leerstof kan ingeoefend worden en er staan tips en studeerwijzers klaar op de padlet van de klas. Het studeerschrift wordt dagelijks door de leerkracht gecontroleerd, niet verbeterd.

Godsdienst:

Met ‘Sterren aan de hemel’ laten we de leerlingen kennismaken met het christelijk verhaal op een eigentijdse, creatieve en muzische manier. We proberen met deze methode bij te dragen tot de totale ontwikkeling van de leerlingen (hoofd, hart, lichaam en geest) en tot hun groei als mens, met de klemtoon op de levensbeschouwelijke en/of religieuze aspecten in hun leven.

Seksuele – relationele opvoeding:

In een wereld waarin kinderen overspoeld worden met informatie, hebben ze zeker nood aan duidelijke antwoorden. In dit kader wordt er elk jaar een lessenreeks seksuele voorlichting gegeven. Naast kennis krijgen de leerlingen een aantal waarden mee, zoals eerbied voor eigen lichaam, eerbied voor elkaars lichaam, dankbaarheid voor het leven tegenover ouders. Er wordt aan de leerlingen gevraagd hun ouders te vertellen wat ze geleerd hebben. Zo kan je er thuis met hen nog eens over praten.

‘Bachten de kupe’-klassen’:

Boerderijklassen doen we op een boerderij, zeeklassen aan zee en ‘Bachten de kupe’-klassen doen we in Ieper. Wij zullen proeven van een driedaags verblijf in een gebied geklemd tussen de Ijzer, de Belgische kust en de Franse grens. We gaan er op ontdekkingstocht en houden op die manier de herinnering aan WOI en middeleeuwen levendig. De kostprijs van deze meerdaagse uitstap bedraagt €140 en zal doorgaan op 20, 21 en 22 maart. Verdere inlichtingen hierover volgen nog.

Brieven en toetsen:

Brieven worden meegegeven in een daartoe bestemde map en dit staat vermeld in de agenda.

Deze klasbrief is uiteraard onvolledig. Over het werken en leven in een zesde klas zou een boek geschreven kunnen worden. Wij hopen dat uw kind dit jaar een tof schooljaar zal beleven waarin veel geleerd, maar vooral ook geleefd wordt. Indien u nog vragen heeft, kan u steeds bij ons terecht. Met vriendelijke groeten

Karel Coppens